Wat is artikel 23?
Artikel 23 van de Nederlandse btw-wetgeving biedt ondernemers de mogelijkheid om de btw bij invoer van goederen uit niet-EU-landen te verleggen naar hun periodieke btw-aangifte. Normaal gesproken moet een importeur de btw direct bij de douane betalen op het moment dat de goederen de EU binnenkomen. Met een artikel 23-vergunning hoef je die btw niet voor te financieren, maar geef je deze pas aan in je btw-aangifte.
Voor e-commercebedrijven die veel producten importeren, bijvoorbeeld vanuit China, kan dit een groot voordeel zijn. Het verbetert de cashflow en voorkomt dat grote bedragen tijdelijk vaststaan bij de douane.
Waarom bestaat artikel 23?
De regeling is bedoeld om internationaal ondernemen te stimuleren en de liquiditeit van bedrijven te beschermen. Zonder artikel 23 moeten importeurs soms weken of zelfs maanden wachten tot ze de betaalde invoer-btw kunnen terugvragen via hun aangifte. Voor bedrijven met grote volumes of seizoensgebonden aankopen kan dat een flinke druk op de kaspositie betekenen.
Door de btw te verleggen, verschuift de verplichting: je betaalt en trekt de btw tegelijkertijd af in dezelfde aangifte. Netto betaal je dus niets, zolang je recht hebt op aftrek van voorbelasting.
Hoe werkt artikel 23 in de praktijk?
Als je over een artikel 23-vergunning beschikt, hoef je bij invoer geen btw meer te voldoen aan de douane. In plaats daarvan vermeld je de invoer-btw in je btw-aangifte onder rubriek 4a (leveringen en diensten uit landen buiten de EU) en trek je diezelfde btw af onder rubriek 5b (voorbelasting).
Om de vergunning te gebruiken, moet je:
In Nederland voor de btw geregistreerd zijn
Regelmatig goederen invoeren uit niet-EU-landen
Een correcte btw-administratie voeren
De goederen bestemd hebben voor zakelijke doeleinden
De vergunning wordt afgegeven door de Belastingdienst en is gekoppeld aan je btw-nummer. Vaak vraagt je douane-expediteur of vervoerder ernaar bij het inklaren van zendingen, zodat de juiste procedure wordt gevolgd.
Voorbeeld: e-commercebedrijf met €250.000 import uit China
Stel, een Nederlandse webshop importeert voor €250.000 aan producten uit China. Zonder artikel 23-vergunning zou de douane bij invoer 21% btw heffen, oftewel €52.500. Dat bedrag moet de ondernemer direct betalen, terwijl hij het pas kan terugvragen in zijn volgende btw-aangifte.
Met artikel 23 hoeft hij die €52.500 niet voor te financieren. In zijn btw-aangifte vermeldt hij dat bedrag als verschuldigde btw én als aftrekbare btw, waardoor de balans op nul uitkomt. De onderneming houdt zo ruim €50.000 aan liquiditeit beschikbaar voor andere bedrijfsactiviteiten, zoals voorraad, marketing of personeel.
Voor e-commercebedrijven die regelmatig importeren, kan dat verschil cruciaal zijn voor groei en stabiliteit.
Aandachtspunten en risico’s
Hoewel de regeling aantrekkelijk is, vraagt ze om een zorgvuldige administratie. Fouten in de btw-aangifte of onjuiste toepassing van de vergunning kunnen leiden tot naheffingen of boetes. Ook geldt de regeling alleen als de goederen daadwerkelijk voor belaste bedrijfsactiviteiten worden gebruikt.
Daarnaast is het belangrijk dat de inklaring via de juiste EORI- en btw-nummers verloopt. Bij gebruik van fulfillmentpartners of buitenlandse magazijnen (zoals in Duitsland of Polen) kan dit complexer worden. Een verkeerde toepassing kan leiden tot dubbele btw-heffing of verlies van aftrekrecht.
Conclusie
De artikel 23-vergunning is een waardevol instrument voor e-commercebedrijven die producten importeren van buiten de EU. Ze voorkomt btw-voorfinanciering, verbetert de cashflow en maakt internationale handel eenvoudiger. Voorwaarde is wel dat de administratie op orde is en de aangiftes correct worden gedaan.
Bij twijfel over de juiste toepassing kan het verstandig zijn om dit af te stemmen met je boekhouder of een btw-specialist die ervaring heeft met e-commerce en importstromen.