Op 8 december 2022 presenteerde de EU Commissie haar plannen voor de aanpassing van btw-regels in onze digitale wereld (VAT in the Digital Age, ViDA). Eén van die voorstellen heeft vooral betrekking op de platformeconomie. In dit artikel gaan we dieper in op de voorgestelde veranderingen voor platformen.
Achtergrond
De Europese Commissie wil nieuwe regels voor de platformeconomie. Bij een platformeconomie fungeren digitale platforms als tussenpersonen tussen aanbieders en consumenten. Denk aan populaire online marketplaces zoals Amazon en eBay.
De groei van de digitale economie heeft het zakelijke landschap veranderd. raditionele sectoren, zoals passagiersvervoer en accommodatieverhuur (denk aan Uber en AirBnB), richten zich nu op online verkoopmodellen. Ondanks de aanzienlijke groei, is gebleken dat 70% van de online verkopers zich niet voor btw registreert.
Deze ongelijkheid is problematisch, aangezien traditionele spelers zoals hotels en taxiservices al lang onder de btw vallen. Hier komt het btw-voorstel van de EU voor het digitale tijdperk (VAT in the Digital Age, ViDA) om de hoek kijken. Dit voorstel streeft naar het rechtzetten van deze ongelijkheid.
Belangrijkste veranderingen voor de platformeconomie
Het ViDA-voorstel van de EU, dat naar verwachting op 1 januari 2025 van kracht zal zijn, omvat de volgende veranderingen voor de platformeconomie:
- Regime van veronderstelde leverancier: nieuwe regels worden geïntroduceerd voor de verhuur van kort verblijf en personenvervoer in situaties waarin de onderliggende leverancier geen btw in rekening brengt. Bijvoorbeeld omdat het een niet-belastingplichtige persoon is of wanneer iemand gebruikmaakt van de vrijstelling voor kleine bedrijven.
- Specifieke voorwaarden voor de toepassing van veronderstelde leveringsregels: deze regels zijn van toepassing wanneer de oorspronkelijke verkoper geen btw in rekening brengt. Voorbeelden hiervan zijn:
- Particulieren.
- Niet-gevestigde of niet onder EU btw-geregistreerde individuen.
- Entiteiten die opereren onder het speciale regime voor kleine ondernemingen.
- Wijzigingen in de EU uitvoeringsverordening: verduidelijkingen omvatten het gebruik van een geldig btw-ID-nummer om zowel de verkoper als de klant te identificeren. Bovendien wordt een definitie van “elektronische interface” gekoppeld aan kortetermijnverhuur en passagiersvervoer geïntegreerd.
- Gelijkstelling met de hotelbranche: wanneer een ruimte online wordt verhuurd voor maximaal 45 dagen, wordt dit gezien als een hotelboeking. Hierdoor is het niet langer vrijgesteld van btw en zal er btw afgedragen moeten worden.
- Verplichting tot het bijhouden van administratie: platforms moeten administratie bijhouden en delen van gefaciliteerde B2B en B2C leveringen als de veronderstelde leveringsregels niet van toepassing zijn op kortetermijnverhuur of passagiersvervoer.
- Werkingsmechanisme van de veronderstelde leveringsregels: er zijn twee transactionele lagen:
- De oorspronkelijke verkoper wordt geacht te hebben verkocht aan het platform, wat is vrijgesteld van btw.
- Het platform is verantwoordelijk voor het innen en doorsturen van de btw naar de betreffende belastingdiensten. Deze procedure heeft geen invloed op het btw-aftrekrecht van het platform.
Op deze manier zorgt dit systeem voor meer gelijkheid tussen traditionele en platform-dienstverleners, zonder de verkopers te belasten.
Conclusie
De aanleiding voor de btw-wijzigingen voor de platformeconomie is tweeledig: enerzijds de verwachting om de btw-inkomsten voor de EU-lidstaten te verhogen met naar schatting €6,6 miljard per jaar, en anderzijds om een eerlijke concurrentie te bevorderen tussen digitale en traditionele dienstverleners.
Plan een vrijblijvend adviesgesprek
Zeker weten dat al je Europese btw-zaken op orde zijn? Plan hieronder direct een vrijblijvend en gratis adviesgesprek in met één van onze btw-experts.